Top 10 social media 2015:
1. Facebook Koeien 4495 leden (+237%);
2. Google+ eigen profiel 1472 volgers (+7%);
3. Linkedin Veehouderij 1227 leden (+5%);
4. Twitter @Webweider eigen profiel 1226 volgers (+4%);
5. Twitter @KeesKoestal 755 volgers (+6%);
6. Facebook eigen profiel 712 vrienden (+12%);
7. Twitter @Kees2gays 661 volgers (+18%);
8. Twitter @Dorpsplatform 582 volgers ( 405 relevant; +32%);
9. Linkedin eigen profiel 482 contacten (+12%);
10. Facebook Fries Hollands ras 438 likes (+58%);
Meer cijfers over mijn sociale media zijn te zien op Jouw Webweide op Facebook en Mijn favorieten op Twitter.
UITLEG TOP 10
De nummer één KOEIEN op Facebook verdient met recht zijn plaats. Dagelijks ongeveer tien nieuwe bijdragen met meestal ook reacties en per stuk vaak tientallen vind-ik-leuks. Ook is de groep meer dan verdubbeld.
De nummer 2 GOOGLE+ teert op oude roem. Nauwelijks nieuwe berichten of reacties, wel piepkleine groei. De accounthouders nemen er niet eens de moeite om op te zeggen. Het gebruik is het laatste jaar terug gevallen. Ik vond het handzamer dan Facebook, maar de meeste mensen hebben toch geen zin om weer een nieuw netwerk te leren kennen. En twee zulke netwerken bijhouden kost toch veel tijd. Dus ik moest het daar ook maar eens rustig aandoen. Tsja, dan valt de respons ook weg. Er waren wel leuke discussies en community’s te vinden.
Nummer 3 LINKEDIN zit qua verhaal in de buurt van nummer twee, maar per week toch nog enige respons. De LinkedIn-gebruikers zijn minder actief qua zelf plaatsen en reageren in de meeste groepen. Als plaatser heb je daar meestal weinig eer van je berichten door de Linkedin-techniek. Het is meer om vakgenoten gemakkelijk te kunnen vinden, een soort digitaal adresboek en uitstalling van je cv en huidige bedrijf. Met de contacten binnen Linkedin persoonlijke berichten wisselen wordt aanbevolen en is goed mogelijk. Sterker nog, daadwerkelijk contact met weinigen is beter dan een wedstrijdje volgers verzamelen. Maar dat geldt ook voor andere persoonlijke profielen. Of heb je echt persoonlijk contact toch gewoon buiten internet? Maar met andere projecten is het wel leuk als de moeite daarvoor niet alleen bij een piepklein clubje blijft.
Nummer 4 TWITTER is wat vermoeiend om te lezen of te discussiëren door de korte telegramstijl-regeltjes en dat je vaak midden in een discussie terecht komt. Ik probeer er zelf wel mooie volzinnen van te maken, een kunst op zich. Men kan het nieuws er vlot oppikken of verspreiden. Om zelf nieuws te vinden is het eigenlijk handiger op trefwoord te zoeken dan je volgers serieus terug te lezen. Ik werd er minder actief. Ik heb wel in het hulpprogramma Tweetdeck allerlei kolommen gemaakt om per onderwerp nieuws te vinden. Zelf deel ik wel berichten die ik elders gevonden heb. En eigen reportages slinger ik ook graag via Twitter de wereld in. Of er respons is, kijk ik maar een paar keer per dag na, net als nieuw nieuws. Wie betaald wordt om over een bepaald onderwerp bij te blijven of nieuws te verspreiden moet natuurlijk vaker per dag op Twitter zitten. Hetzelfde geldt daarmee voor nummer 5, 7 en 9.
Hoewel nummer 9 het DOPRSPLATFORM op Twitter doet het opvallend goed voor een plaatselijk doel, de dorpen Renkum en Heelsum. De groei is ook mooi met 32 procent. Mijn andere accounts voor plaatselijke initiatieven halen mijn Top 10 niet. Het Facebook-account voor het Dorpsplatform ook nog niet, maar dat is nog maar anderhalf jaar oud. Voor kleine projecten duurt vaak lang voor er genoeg volgers of leden zijn, want volgers komen vaak via volgers binnen.
Met nummer 6 het eigen FACEBOOK-profiel ben ik dagelijks het meeste bezig, ook om er rond de tien kleine projecten te beheren, soms met iemand anders. Ik moet me eerder inhouden niet te veel te plaatsen. Veel berichten bestem ik voor mensen die er de meeste interesse voor zullen hebben in plaats van openbaar op mijn eigen tijdlijn. Mijn Top 10 aan Facebook-projecten is op Jouw Webweide op Facebook te vinden. Uiteraard zit ik via Facebook wel eens in een persoonlijke chat, al probeer ik dat niet teveel te doen. Dan sluit ik Facebook maar weer snel af om aan iets anders te kunnen werken. Idem met andere sociale media.
Een stip verdient nummer 10, de Facebook-pagina voor het FRIES HOLLANDS RAS. Elk bericht blijkt de helft tot het dubbele aantal mensen bereiken dan het aantal ‘likes’ van de pagina zelf, de volgers eigenlijk. Dat aantal volgers groeide ook met meer dan de helft. De bijbehorende hashtag #fhkoe is ook op Twitter in gebruik, al ben ik de meestal de enige gebruiker.
Nummer 0 is EMAIL, de eigenlijke nummer 1. Daar doen de meeste mensen aan mee in tegenstelling tot elk der sociale media. Een enkeling juist weer andersom.
Andere netwerken waar ik mee bezig ben geweest, zijn ELLO, PINTEREST, TUMBLER EN YOUTUBE. Het nieuwere Ello doet niet aan data mining ten behoeve van adverteerders, maar ook bij mij blijkt het toch een platform teveel om bij te houden. Op zich zitter er wel serieuze gebruikers die ook reageren als je ze aanspreekt. Dit geldt eigenlijk voor alle netwerken, dat zelf je best doen wel respons oplevert. Helaas is de tijd van een mens beperkt. Runner up is WHATSUP, handig omdat het puur berichten betreft voor iemand persoonlijk, een kleine groep bekenden of de familie.
Waarom?
Bij het beheren van websites en sociale media horen ook de cijfers. Dus daar probeer ik ook wat mee te doen. Als onbetaald webmaster is een lijstje met het voornaamste cijfer op het einde van het jaar wel mooi genoeg qua moeite. Maar dan begint het verhaal eigenlijk pas. Wat was de toename in het jaar? Bekeken de volgers ook de berichten? Deden ze er ook iets mee, reageren of tenminste leuk vinden? Of verdere informatie opvragen. Vooral iets bestellen en betalen natuurlijk, maar ja. Een Top 10 vind ik meestal wel een leuke manier om ergens een rijtje van te maken, al is het wat appels met peren vergelijken. De belangrijkste zitten er dan meestal wel bij.
Voor een diepgaande analyse van cijfers zijn dus diepgaandere statistiek-programma’s en overzichten nodig. De sociale media-netwerken geven zelf hier over een beperkte periode al inzicht in. Het lijkt erop dat voor overzichten jaarrond betaald moet worden. Verder zijn applicaties beschikbaar om van een project alle sociale media en bijbehorende website in een geheel te kunnen analyseren. Daar hoort dan ook bij hoe de bezoekers via diverse webpagina’s en sociale media surfen en hopelijk op de pagina terecht komt waar besteld en afgerekend wordt. Maar dat valt buiten het bestek van mijn Top 10.