Leven in je online community

Op de social media bestaan veel groepen, profielen en pagina’s. Soms levendig, soms wat saai, of wat eenrichtingsberichten, soms verweesd en compleet dood. Jammer, de community’s bieden mooie kansen mensen met een zelfde interesse met elkaar in contact te brengen of samen er meer over te delen dan dat je op een eigen pagina alles zelf moet bedenken en uittypen.

Bij het opstarten is het eerst belangrijk om het bio zo goed mogelijk in te vullen. Waar gaat het over, wat zijn de spelregels, is het openbaar of juist besloten en tot slot nog contactgegevens of een link naar de bijbehorende website. Dan zien mensen tenminste waar ze aan mee kunnen doen in plaats van dat ze een uitnodiging als spam zien. Maar eerst is het goed om een paar berichtjes te plaatsen – en natuurlijk foto’s. Een mooie binnenkomer is de header, een foto op volle breedte van de pagina. Bij het uitnodigen is het goed om op te letten of deze mensen wel interesse zullen hebben, want anders nemen ze je bij een volgende uitnodiging niet meer serieus. Je kan je nieuwe community in elk geval ook op je eigen pagina’s of media aankondigen. Dan kunnen je eigen vrienden en volgers zelf nog bedenken of ze langskomen of niet.

Vervolgens is het zaak regelmatig iets te posten,  bijvoorbeeld elke week of maand enkele berichten, en om te reageren op anderen. Als iedereen alleen maar ‘zendt’ geeft ook een onbevredigd gevoel, alsof men een advertentiekrant leest. Op veel social media-netwerken kan je gemakkelijk berichten van elders delen door het internetadres (URL) te knippen en plakken. Daar schrijf je dan een kort intro bij dat voor je community net wat duidelijker is dan de eventuele ‘preview’ vanuit het origineel. Facebook en Google+ geven vaak al een goede preview, maar soms zitten ze er ook naast met wat ze laten zien. Veel moeite te doen om zelf te schrijven wat elders al beter gedaan is, is ook zonde van de tijd, maar een persoonlijke toelichting erop voegt weer waarde toe.

Verder is het wat geduld hebben voordat de community begint te groeien. Regelmatig nieuwe leden is een teken dat de gemeenschap in een behoefte voorziet, net als reacties en vind-ik-leuks, plussen en dergelijke. Met dat laatste komt je groep ook op andere profielen onder de aandacht, als het openbaar is tenminste. Verder zijn cijfers over het bezoek en aantal leden wel prettig, want in veel communities is het aantal reacties vaak nog beperkt. Soms moet je zelf nog een beetje rekenen door de standen te vergelijken met vorige peildatum, bijvoorbeeld de jaarwisseling. Als de groep eenmaal wat groter is, gaat de groei sneller, want meer leden betekent meer kans dat die ook weer nieuwe mensen aantrekken.

Het kan zijn dat de groep veel mededelingen en veel leden krijgt, maar dat er weinig discussie is. Mogelijk voorziet de groep dan prima in een behoefte. In een besloten groep met een beperkt onderwerp en publiek durft men meer zijn tong te laten zien dan in een grote, openbare community op bijvoorbeeld LinkedIn, waar de zakenrelaties meelezen. Maar een besloten groep zal wat minder snel spontane toetreders krijgen. Op LinkedIn gaat het misschien meer om contacten dan de berichten. Op internet circuleert wel de 1-9-90 regel: één procent van de leden in een community is zeer actief, 9 procent af en toe en 90 procent bekijkt de bijdragen alleen.

Toch zijn er wel methoden om meer leven in de brouwerij te brengen. Als je discussie wil, kan het handig zijn berichten als stelling te brengen, een call-to-action (een inhoudelijke reactie) te doen of proberen berichten van commentaar te voorzien. Foto’s, cartoons  en video’s vallen vaak goed in de smaak en trekken het oog. Ook kan je polls plaatsen, al heb ik het gevoel dat die minder respons op de social media krijgen dan enkele jaren geleden. Regelmatig enkele berichten posten is weer beter dan eens in de twee maanden een hele sliert. Dan worden ze mogelijk niet eens allemaal gelezen. Op veel platformen krijgen leden ook een attentie als er wat nieuws staat in de groep.

Een groep heeft wel het gevaar in zich – voor discussies dan – dat iedereen het te veel met elkaar eens is. Dan moet je op zoek naar de controverse binnen eigen kring, bijvoorbeeld hoe betrek je de leken, consumenten, beleidsmakers en dergelijke bij je vraagstukken of aangekondigde activiteiten. Of je maakt verkiezingen van de beste voorbeelden om zowel de spanning als de positieve sfeer te bewaren.

Ook moet opgelet worden of berichten wel binnen de groep passen of dat die zelfs complete spam zijn. Heel soms loopt een discussie uit de hand of wordt grove taal gebruikt. Meer of minder streng modereren is dan belangrijk, eventueel tot verwijderen en blokkeren van het lid aan toe. Maar er mag niet de indruk ontstaan dat naar willekeur bijdragen en reacties verwijderd worden, net waar de beheerder zelf belang bij heeft. Dat ontmoedigt het meedoen. Bij kleine groepen vallen de problemen meestal wel mee, maar garantie kan niet gegeven worden.

Uiteraard kan je later nog eens proberen wat mensen voor je groep uit te nodigen. Ook is het een goed idee om eens een leuk bericht ergens buiten de groep te delen, met een link terug natuurlijk. Zo’n bericht moet wel ter plekke passen, dat het niet als spam ervaren wordt.

Helaas is het lot van de moderator dat hij het voortouw moet blijven nemen met regelmatig plaatsen van nieuws en het zoeken van de interactie met de bezoekers. Goed modereren kost inderdaad wel tijd, dus moet je voor jezelf afwegen of een en ander de moeite waard is of dat je het op een lager niveau voortzet. Enkele mede-beheerders zoeken kan verstandig zijn, dan is er ook vervanging tijdens vakanties en zo. Het is niet de bedoeling dat een enkele beheerder er een onbetaalde dagtaak aan heeft. Een community heeft vooral bestaansrecht als meer mensen bijdragen aan het geheel. Anders zou hij net zo goed een gewone website kunnen runnen. Het voordeel voor de beheerder is wel dat hij zich als deskundige van het onderwerp kan laten zien bij leden en lezers.

Natuurlijk komt aan alles een eind, dus ook aan de zin en tijd voor het beheer van een community. Een goede laatste daad is dan om op tijd nieuwe beheerders te zoeken. Een bloeiende community verdient dat.

Zelf beheer ik verschillende community’s op de verschillende social media. Ik doe wel verwijzingen over en weer, maar niet teveel, want elke publieksgroep is anders en er moet ook iets nieuws te ontdekken blijven voor wie een rondje maakt.

Veel succes met je community,  Kees

Advertentie